poetszak
(19e eeuw) (inf.) bed. "De poetszak ingaan" wordt gebezigd voor: naar bed gaan (Stoett 1167). De uitdrukking 'in de poetszak' betekent ook: weg, verdwenen: "Roef, ien de poetszak! (weg er mee!)" (Ter Laan). • Ga jij dus je gang maar, kind; haal je hartje maar ereis op - ik was in mijn jonge jare ook een liefhebber, maar nou heb ik 't 's avon...