Wat is de betekenis van Poespas?

2024-04-26
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

poespas

poespas is een Nederlands woord dat gebruikt wordt om te verwijzen naar chaos, verwarring of opwinding die ontstaat als gevolg van een onverwachte gebeurtenis of situatie. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te verwijzen naar een opstootje of rel die is ontstaan op een feestje of een ander soort samenkomst. Het kan ook gebruikt worden om te ver...

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Poespas

drukte; soort stamppot (vero.); mengelmoes; onzin

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

poespas

mengelmoes.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Poespas

s., hakmak (it), griemmank (it), grodzemods, grûzemoes, rakmak (it).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Poespas

m., 1. vreemd, ongewoon gerecht: al die rauwe of aangebrande poespas; 2. (fig.) brabbeltaal, knoeitaal: ik gooide er maar wat uit, en ze begrepen mijn poespas wel; 3. (fig.) drukte, opgeblazenheid, grote woorden; 4. (fig.) malle praat, onzin; malle vertoning.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

poespas

m. (mengelmoes, rommelzo).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

poespas

('poespas) m. [klnb.] 1. dooreengekookte spijs. 2. Algm. mengelmoes, rommelzo: wat heb ik aan deze -?

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Poespas

D.w.z. dooreengekookte spijs, een mengelmoes van spijs, wat de Vlamingen een patei noemen (De Bo, 831), allerlei vreemd goed; onzin, drukte. Vgl. Rusting (anno 1712), bl. 32: Soek daar uyt (medicinaalboeken) pillen, brokken, drankken, julaap en poespas, voor de kranken; bl. 99; Harreb. II, 191: Hij heeft al vreemde poespas opgeschept;...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

poespas

m., 1. (vroeger) een dooreengekookte scheepskost; (thans) een vreemd, ongewoon gerecht: al die rauwe of aangebrande — ; raar mengelmoes, rommel; 2. (fig.) drukte, opgeblazenheid, grote woorden; 3. (fig.) malle praat, onzin; malle vertoning.