poedelprijs
(1914) (sch.) prijs voor degene die de meeste poedels (2)* maakt en dus de minste punten haalt; kleinigheid. • Verder organiseere men huishoudelijke compagniesschietwedstrijden en dan niet om een prijs van enkele centen, maar om eenige hoogere prijzen bijv. van 5, 4, 3, 2, 1 gulden en een aardigen poedelprijs. (De Militaire Spectator. 1914)...