Wat is de betekenis van plusouder?

2025-07-16
Woord van de week

Team taaladvies (2023)

plusouder

Plusouder is een nieuw woord voor stiefouder. Op de laatste zondag van juni was het voor de eerste keer Stiefouderdag. Naar aanleiding daarvan werd er een wedstrijd uitgeschreven om een nieuw woord te bedenken voor het negatief klinkende stiefouder. De winnaar was plusouder.7 juli 2008

2025-07-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

plusouder

stiefouder. iemand die binnen een relatie de zorg voor een of meer kinderen van zijn partner mede op zich neemt; man of vrouw die mede voor de kinderen van zijn nieuwe partner zorgt; stiefouder. Voorbeelden: Vergeet het "verschrikkelijke" woord stiefouder, maar noem je extra ouders vanaf nu plusmama en/of pluspapa. Dat is d...

2025-07-16
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

plusouder

iemand die binnen een relatie de zorg voor een of meer kinderen van zijn partner mede op zich neemt; man of vrouw die mede voor de kinderen van zijn nieuwe partner zorgt; stiefouder Als ik het juist voor heb, is in 2008 voor het eerst de dag van de plusouder in het leven geroepen. Dit als initiatief van een papa die het sneu vond dat zijn vriendin...