Wat is de betekenis van Ploertendom?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ploertendom

(19e eeuw) (stud.) allen die geen student zijn; het lagere volk. • ‘Eene les voor het Leidsche ploertendom!’ prevelde hij, terwijl hij zich naar zijne hoogvereerde tante, de eere-dame Harer Majesteit heenspoedde. (H.J. Schimmel: Romantische werken. Deel 2. Twee vrienden, Mary Hollis. Ca. 1870) • Vooraf moet ik u echter verkla...

2024-04-27
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Ploertendom

Ploertendom - allen die niet-student zijn.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ploertendom

o., g. mv., 1. alle ploerten: 2. (stud.) allen die niet student zijn: het ploertendom was er goed vertegenwoordigd.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ploertendom

o. (stud. de niet-studenten).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ploertendom

o. 1. gemeen, lager volk. 2. Stud. gezamenlijke niet-studenten.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ploertendom

Ploertendom o. (stud.) allen die niet student zijn, inz. de lagere volksklassen : het ploertendom was er goed vertegenwoordigd.

Gerelateerde zoekopdrachten