Pleizierig
Pleizierig bn. (-er, -st), genoeglijk, vermakekelijk: iets pleizierig vinden; — een pleizierige dag, dag waarop men veel pleizier heeft, prettig, genotvol; — eene pleizierige tijding, die ons pleizierig stemt, die genot geeft.
J.H. van Dale (1898)
Pleizierig bn. (-er, -st), genoeglijk, vermakekelijk: iets pleizierig vinden; — een pleizierige dag, dag waarop men veel pleizier heeft, prettig, genotvol; — eene pleizierige tijding, die ons pleizierig stemt, die genot geeft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: