Planeconomie
Een centraal geleide economie, bijvoorbeeld Noord-Korea.
Muiswerk Educatief (2017)
planeconomie - zelfstandig naamwoord uitspraak: plan-e-co-no-mie 1. economie op basis van plannen die de staat maakt ♢ in Rusland ontstond in de vorige eeuw een planeconomie Zelfstandig naamwoord: plan-e-co-no-mie de...
Uitgeverij Malmberg (2004)
Economisch stelsel waarbij de regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd moet worden.
Liek Mulder (1996)
Een economie die vanuit een centraal punt wordt geleid. De idee van een planeconomie past in een communistisch geregeerd land waar privaat eigendom is onteigend. De overheid neemt de verantwoordelijkheid voor de economie op zich, en verzorgt daarom het aanbod van goederen en diensten. Met de vraag van de consument wordt nauwelijks rekening gehouden...
Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)
In een dergelijke economische orde wordt aan de hand van plannen van het centrale gezag beslist wat er zal worden geproduceerd. Andere benaming: centraal geleide economie.
Dr. S. Theissen (1978)
Dit woord is pas aan het eind van de jaren ’40 in zwang gekomen. Tot voor kort werd planeconomie soms als een germanisme (D. ‘Planwirtschaft’) afgekeurd voor ‘geleide economie’. Nu echter wordt het algemeen als goed Nederlands beschouwd. Aangezien het een vrij nieuw woord is, vindt men het nog niet in alle woordenboeke...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: