Wat is de betekenis van Pipette?

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Pipette

pijpje; glazen steekhevel, pipet.

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pipet.

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

pipet, steekhevel.

Herman Pinkhof (1923)

(Fr., verkleinw. van pipe, pijp), glazen instrument, waarmede men afgemeten hoeveelheden vloeistof uit een vat kan nemen.

dr. H. Pinkhof (1923)

(Fr., verkleinw. van p i p e, pijp), glazen instrument, waarmede men afgemeten hoeveelheden vloeistof uit een vat kan nemen.

Anthony Winkler Prins (1870)

Pipette, zie Burette.

Gerelateerde zoekopdrachten