Wat is de betekenis van Pinksterfeest?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pinksterfeest

o. (-en), het feest van Pinksteren.

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Pinksterfeest

(Pinksteren, van Gr. pentekostè, de 50ste dag), het feest van de uitstorting van de Heilige Geest (Hand. 2 : 1-13), gevierd op de 50ste dag na Pasen. Een der hoofdfeesten van het kerkelijk jaar. Bij de Joden het „feest der weken”, zeven weken na Pasen, het feest van de tarwe-oogst.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Pinksterfeest

o. (feestdag v. Pinksteren): het Pinksterfeest herdenkt de nederdaling v. d. H. Geest over de Apostelen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pinksterfeest

o. (—en), het feest van Pinksteren.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)