Wat is de betekenis van pimpelmees?

kleine mees met een blauwe kruin. vrij kleine mees met een kobaltblauwe kruin, staart en vleugels en een witte kop met een zwarte streep over het oog, die veel in bossen voorkomt en vrij schuw is. Voorbeelden: Baardmannetjes zijn acrobatische vogeltjes die vaak, net zoals pimpelmezen 's winters aan een vetbol, ondersteboven aan...

1) (1892) (ook: pimpelneus) (sch.) dronkaard. Syn.: pimpelaar*. Kijk ook onder pimpelen*. • (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862) • (A.E. B. Herroem: Bacchus in spreekwoordentaal, aangetoond in eenige honderden spreekwoorden en spreekwoordelijke gezegden. 1874) • Pimpelmees is ontstaan door...

pimpelmees - zelfstandig naamwoord uitspraak: pim-pel-mees 1. mees met blauw op kop, staart en vleugels en gele borst ♢ er nestelt een pimpelmees in ons vogelkastje Zelfstandig naamwoord: pim-pel-mees de pimpelmees...

De pimpelmees is, net als de koolmees, een bosvogel die zich heeft aangepast aan de menselijke omgeving. Ook hij broedt graag in nestkasten en komt in de winter dicht bij huis, bungelend aan vetbollen en pindanetjes. Pimpelmezen kunnen zelfs op de dunste twijgjes nog voedsel kunnen zoeken. Ze stellen niet veel eisen aan hun leefomgeving en zijn dan...

Parus caeruleus Linnaeus 1758. Deze in geheel Europa bekende Mees heeft in heel veel talen zijn naam te danken aan zijn hemelsblauwe kleuren aan de kop (bijv. fries Blaumieske ← en E Blue Tit). Mooie N en D volksnamen zijn ook Hemelmees en Himmelmeise. Ogenschijnlijk geldt dat ook voor de officiële N naam indachtig het woord pimpelpaars;...

De pimpelmees, die 11 cm lang is heeft een heldere, blauwe kruin, vleugels en staart; witte wangen en een witte vlek in de nek doen hem wel opvallen; de rug is groen, de onderzijde geel, de poten zijn weer blauwgrijs en van louter levensvreugde (misschien wel om zóveel kleuren) doet de pimpelmees graag wat aan gymnastiek. Tijdens het voedsel...

(Fr.: blaumieske, blausyske, blaunnïtske). Overal vrij algemene standvogel; broedt ook in nestkastjes.

s., blaumieske (it), -mûtske (it), -syske (it), -kopke (it), blaukopkedidyt, stiselkopke (it).

v. (...mezen), 1. soort van mees (Parus coeruleus), ter grootte van een sijsje, blauw op de kop, de staart en de vleugels, geel van onderen; 2. (fig.) zwak meisje, mannetje; 3. drinkebroer.