Wat is de betekenis van Pijjekker?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pijjekker

m. (-s), wambuis; korte mansoverjas van grof duffel, jekker.

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pijjekker

s., pijjakkert, -jekker(t).

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pijjekker

m. pijjekkers (pij + jekker: korte mansoverjas, inz. zeemansjas): een duffelse pijjekker; soms: pijjakker; zie j e k k e r.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pijjekker

('pij) m. (-s) grove zeemansoverjas : een duffelse -.

2025-07-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Pijjekker

wambuis, korte nauwsluitende jas, kamizool, vooral in gebruik bij' zeelieden.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pijjekker

Pijjekker m. (-s), wambuis; korte mansoverjas van grof duffel, jekker.

Gerelateerde zoekopdrachten