Wat is de betekenis van pief?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pief

Het begrip pief heeft 2 verschillende betekenissen: 1) man; vent. 2) mannelijk lid. mannelijk lid; penis.

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pief

1) (1944) (inf.) kerel, vent. Volgens sommige bronnen mogelijk van Rottwelsch 'Pfiffges' (ambachtsgezel), horend bij Duits 'pfiffig' (sluw). Kan ook een verkorting zijn van het Duitse woord 'Piefke' (Duitser, mof). Ook kan het om een uitbreiding gaan van pief 2 (mannelijk geslachtsdeel) en vandaar (onaangenaam) persoon, lul. Er bestaat sinds 1870 o...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pief

pief - zelfstandig naamwoord 1. mannelijke volwassen persoon ♢ wat moet die pief hier eigenlijk? Zelfstandig naamwoord: pief de pief Synoniemen heer, man, meneer, mijnheer Tegenstellingen mevrouw, vrouw

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

pief

(etym.?), snuiter, man: Parooll.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pief

persoon

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pief

m. (-en), (slang) persoon, vent: een hoge, een vreemde pief.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)