Wat is de betekenis van Pictor?

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Pictŏr

ōris, m. schilder.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Pictor

(Lat., schilder), klein zuidelijk sterrenbeeld, ook machina pictoris (Lat., schildersgezel) of Pluteus (Lat., borstwering) genoemd.

2024-04-28
Vreemde woorden in de Sterrenkunde

Prof. Dr. P.H. van Laer (1942)

Pictor

Pictóris, Pic, - Schilder, (Lac). Door Lacaille was voorgesteld Equüleüs Pictóris - Schildersezel (equüleüs = veulen; pictor = schilder). Ook vindt men Pictóris Sustentdculum en Plüteüm (sustentdculum = stut, steunpilaar; plüteüm = stellage, lessenaar).

2024-04-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Pictor

Pictor, - voluit Pluteum Pictoris, ook wel Equuleus Pictoris (Schildersezel), Zuidelijk sterrebeeld, bevattende 25 voor het bloote oog zichtbare sterren.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Pictor

voluit Pluteum Pictoris, (ook: Equuleus Pictoris, schildersezel), zuidelijk sterrenbeeld, bij α= 4h30m - 6h50m en δ = -43° - -64°. Het bevat 25 voor het blote oog zichtbare sterren. In 1925 verscheen in Pictor een nova, die korte tijd van de eerste grootte is geweest.

2024-04-28
Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Pictor

Pictor - zie Fabii no. 24 vv.

2024-04-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Pictor

lat., schilder.