PIC
Picture
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
1. specht; 2. (pik)houweel; spitse berg; piek; à pic, loodrecht, steil; net op tijd; couler à pic, zinken als een baksteen; tomber à pic, net van pas komen.
J.H. van Dale (1898)
Pic PICO, m. spits; hooge zeer spits toeloopende berg; —, el (lengtemaat in het Oosten).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: