Wat is de betekenis van Pianist?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pianist

iemand die piano speelt. iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij piano speelt; in het bijzonder: iemand die bekwaam is in het pianospelen, een kunstenaar die zijn beroep maakt van pianospel; iemand die op de piano speelt; iemand die piano speelt. Voorbeelden: In het binnenste van de piano zijn er voor elk van de 88 toetsen ap...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pianist

pianist - zelfstandig naamwoord uitspraak: pi-a-nist 1. iemand die piano speelt ♢ de pianist speelde een vrolijk lied Zelfstandig naamwoord: pi-a-nist de pianist de pianisten ...

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Pianist

schiet niet op de - (hij doet zijn best) geef niet direct kritiek (de aangesprokene doet immers zijn best). Ontleend aan Engels don’t shoot the pianoplayer (he’s doing his best).Deze catchphraseontstond rond 1860 in de saloons van het Amerikaanse wilde Westen. In zijn Impressionsof Americabecommentarieerde Oscar Wilde een dergelijk bericht dat hij...

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pianist

pianospeler

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Pianist

pianospeler

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pianist

pianist.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pianist

(<Fr.), m. (-en), pianospeler.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pianist

m. pianisten (Fr. [It. pianista]: pianospeler); pianiste, v. pianisten.