Wat is de betekenis van Peperzak?

2024-04-29
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Peperzak

Beroepsbijnaam van de peperhandelaar.

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Peperzak

(verouderd) destijds: iemand die handel drijft in peper en vandaar een scheldwoord voor een Nederlander. Justus Van Effen schreef in de achttiende eeuw in ‘De Hollandsche Spectator’: ‘Onze Zondagsnaamen zyn Kaaskopers, Peperzakken, Hazekoppen, dat voor het allerminst een verwyfd bloodaard betekent.’ Als hij naast haar op de...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Peperzak

m. (-ken), zak om peper in te vervoeren of te verzenden.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Peperzak

Adriaan Theodoor, Ned. filosoof, *3.7. 1929 Malang (Java). Peperzak werd in 1947 franciscaan, in 1954 tot priester gewijd en studeerde van 1957—59 aan de Sorbonne te Parijs. In 1966 werd hij hoogleraar te Delft, in 1968 te Nijmegen, in 1971 te Utrecht en in 1974 te Nijmegen. Peperzak legt zich vooral toe op de antropologie en ethiek. Hij acht...