Peinzend
bn. bw., in gepeins: een peinzend gelaat; zij keek mij peinzend aan.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. 1. in gepeins : stond hij daar; een -e houding; een gelaat; iemand aankijken. 2. neiging hebbend om te peinzen : van nature is hij -.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: