Wat is de betekenis van Peinzend?

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Peinzend

bn. bw., in gepeins: een peinzend gelaat; zij keek mij peinzend aan.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

peinzend

bn., bw. (in gepeins): een peinzende houding; iem. peinzend aanstaren.

2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

peinzend

bn. en bw. 1. in gepeins : stond hij daar; een -e houding; een gelaat; iemand aankijken. 2. neiging hebbend om te peinzen : van nature is hij -.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

peinzend

bn. en bw., in gepeins.

Gerelateerde zoekopdrachten