Patrouille
Patrouille - verkenningstocht. Ontleend aan het Frans. Patrouiller betekende oorspr. in de modder lopen, stampen. Op patrouille gaan: schertsend gezegd onder Vlaamse soldaten van iemand die luizen vangt.
Marc De Coster (2017)
Patrouille - verkenningstocht. Ontleend aan het Frans. Patrouiller betekende oorspr. in de modder lopen, stampen. Op patrouille gaan: schertsend gezegd onder Vlaamse soldaten van iemand die luizen vangt.
Muiswerk Educatief (2017)
patrouille - zelfstandig naamwoord uitspraak: pa-troe-je 1. rondgaan om te kijken of alles goed gaat ♢ de soldaten voerden een patrouille uit Zelfstandig naamwoord: pa-troe-je de patrouille ...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr., van patrouiller = oorspr.: in modder rondwaden, van vroeger Fr. patouiller, vgl. OFr. patoueil = poel] zn 1 het patrouilleren; 2 loopwacht, wachtronde; 3 kleine groep soldaten in oorlog uitgezonden om posities van de vijand op te sporen en te verkennen; idem in vredestijd om wanordelijkheden...
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
patrouille, ronde; faire la patrouille, aller en patrouille, patrouilleren; être en patrouille, op patrouille zijn.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), v. (-s), 1. het patrouilleren: de patrouille doen; 2. kleine troepenafdeling uitgezonden tot het opsporen en verkennen van de vijand ; (in vredestijd) tot het voorkomen van wanordelijkheden bij volksbewegingen ; (ook) wacht die door de straten trekt om de orde te handhaven, wachtronde; 3. (padv.) kleinste organische eenheid, bestaande uit...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: