Wat is de betekenis van patrimonium?

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

patrimonium

erfgoed Een volledige inventaris van het Belgische patrimonium van oorlogstekeningen bestaat echter niet. (De Standaard) ‘Patrimonium’ betekent: wat men van vader erft. Het is samengesteld uit ‘patris’ (2de naamval van pater, vader) en het achtervoegsel ‘-monium’, dat een toestand uitdrukt en dat...

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Patrimonium

[Lat.] vaderlijk erfdeel; erfgoed der vaderen.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Patrimonium

(patrimonie) vaderlijk erfdeel; cultureel erfgoed; naam van christelijke werkliedenvereniging (vero.)

2024-04-27
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Patrimonium

In 1887 door de Amsterdamse arbeider Klaas Kater opgericht werkliedenverbond, waaruit later de christelijke vakbeweging is voortgekomen. Patrimonium streefde naar lotsverbetering van de werkende klasse. In 1882 is een eerste openbare vergadering in de Zaanstreek gehouden, in 1883 volgde de oprichting van de afdeling in Wormerveer, in 1884 die te Za...

2024-04-27
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Patrimonium

Algemeen Werkliedenverbond, in Nederland de eerste werknemersorganisatie op protestantschristelijke basis; opgericht 1877. De aanleiding tot de oprichting was de → schoolstrijd, waarin het links-Iiberale → Algemeen Nederlands Werkliedenverbond zich uitsprak voor de neutrale staatsschool. Dientengevolge scheidden orthodox-hervormde arbeide...

2024-04-27
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Patrimonium

(= vaderlijk erfgoed), een der → wijdingstitels, waarop iemand de → hoogere wijdingen kan ontvangen. Patrimo’nium Pe’tri is de benaming voor het bezit van den vroegeren → Kerkelijken Staat.

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

patrimonium

vaderlike erfdeel.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Patrimonium

o., vaderlijk erfdeel.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Patrimonium

(Lat.), o., 1. vaderlijk erfdeel, aangeërfd goed ; (algemener ook) vermogen ; — Patrimonium Petri, erfgoed der pausen, Rome en de Kerkelijke Staat; 2. eertijds naam van een Prot.-Christelijke werkliedenvereniging in ons land ; nog als naam van verenigingsgebouwen.