Wat is de betekenis van pasteibakker?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pasteibakker

m. (-s), 1. iem. die pasteien bakt; 2. banketbakker.

2025-07-16
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

pasteibakker

banketbakker Een knappe Italiaanse man - Egon Grünberger - die mij Milaan laat zien, mij om elf uur 's morgens bij een pasteibakker een soes laat kiezen - en natuurlijk bijt ik erin en mors al de room. (Christine D'Haen, Zwarte sneeuw) Wordt beschouwd als een purisme voor 'patissier'. Belgisch-Nederlandse...

2025-07-16
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pasteibakker

(de, -s) banketbakker.

2025-07-16
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pasteibakker

Banketbakker. Intersoc vraagt voor tewerkstelling in Zwitserse vakantiecentra tijdens de maanden juni-september ’78: koks, beenhouwers, pasteibakkers, Volksmacht 21/4/1978. De Coop-bakkerij vraagt dringend stielvaardige pasteibakkers, Mech. 25/5/1978.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pasteibakker

m. pasteibakkers (bakker van pasteien; Z.-N. banketbakker).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pasteibakker

(pas'tei) m. (-s) 1. bakker van pasteitjes. 2. Uitbr. banketbakker.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pasteibakker

m. (-s), 1. iemand die pasteien bakt; 2.(in ruimere zin) banketbakker.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pasteibakker

Pasteibakker - m. (-s), iem. die pasteien bakt; ...BAKKERIJ, v. (-en), het bakken van pasteien; inrichting waar dit geschiedt.