pasgeboren
pasgeboren - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pas-ge-bo-ren 1. kort geleden geboren ♢ de pasgeboren baby mocht met zijn moeder naar huis Bijvoeglijk naamwoord: pas-ge-bo-ren
Muiswerk Educatief (2017)
pasgeboren - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pas-ge-bo-ren 1. kort geleden geboren ♢ de pasgeboren baby mocht met zijn moeder naar huis Bijvoeglijk naamwoord: pas-ge-bo-ren
J.H. van Dale (1898)
Pasgeboren - bn. nog niet lang geleden geboren : een pasgeboren kind; ...GEHUWDEN, m. mv. jonggehuwden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: