Pascha ('pascha)
o. (-’s) [Lat. < Hebr. voorbijgang] I. Eig. Israëlitisch paasfeest ter herinnering aan Israëls uittocht uit Egypte. II. Metn. 1. Algm. paaslam. 2. Inz. Kristus als paaslam.
Jozef Verschueren (1930)
o. (-’s) [Lat. < Hebr. voorbijgang] I. Eig. Israëlitisch paasfeest ter herinnering aan Israëls uittocht uit Egypte. II. Metn. 1. Algm. paaslam. 2. Inz. Kristus als paaslam.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: