Wat is de betekenis van Parsi, Parsis, Parsen?

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Parsi, Parsis, Parsen

m. mv. (aanhangers van de O.-Perzische leer van Zoroaster, thans inz. woonachtig in de Vóór-Indische handelssteden en werkzaam in het bankwezen en de nijverheid).