Paramariboos
van, uit, in Paramaribo e.d.. van de Surinaamse hoofdstad of het district Paramaribo; uit Paramaribo; in Paramaribo; van de Paramariboërs. Voorbeelden: De stichting Hulp Vervolgde Christenen zamelde twintigduizend bijbels in. Ze gaan eind deze maand op een schip naar Suriname. Directeur Jan Bor deelde in een Paramaribose gevange...