pagina
pagina - zelfstandig naamwoord uitspraak: pa-gi-na 1. één kant van een blad uit een boek of tijdschrift ♢ je vindt de foto op pagina 30 Zelfstandig naamwoord: pa-gi-na de pagina de pagin...
Wat is de betekenis van pagina?
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Pagina
(Lat.), v. (-’s), 1. bladzijde. 2. (boekdr.) de gezette lettertypen die samen een bladzijde vormen: de pagina, opbinden, het zetsel stevig met een touwtje omwinden, zodat het een geheel wordt.
Woordenboek Nederlands -Latijn
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
Pāgĭna
ae, f. 1. een blad papier, en daar de ouden gewoonlijk slechts één zijde daarvan beschreven, ook = een bladzijde, in ‘t bijz. van een magistratenlijst. | meton., geschrift. 2. overdr., honorum, de lijst van erep osten, op een metalen plaat in het voetstuk van een standbeeld gegraveerd, Iuv.
Gerelateerde zoekopdrachten