Wat is de betekenis van paddock?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

paddock

Het begrip paddock heeft 2 verschillende betekenissen: 1) omheind perceel voor paarden. omheind perceel bij een paardenstal waar paarden worden gedresseerd of vrij kunnen rondlopen; ook: een omheind stuk land bij een renbaan waar de paarden worden gezadeld voor de wedstrijd. 2) afgesloten perceel bij racecircuits. afgesloten gebied b...

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

paddock

(zelfstandig naamwoord) [paard] uitloop; paardenperk - Voor de paardenstal in de uitloop kuiert merrie Sterre. - In het paardenperk van de draafbaan worden de renpaarden gezadeld en ontzadeld. [autosport] stelplek, stelplaats - Voor en na de wedstrijd staan de renwagens op de stelplek.

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Paddock

[Eng., waarsch. andere vorm van parrock; vgl. Ned. perk, park] omheind stuk grasland, tevens oefenplaats voor paarden; plaats bij renbaan voor de paarden.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Paddock

omheinde weide als oefenveld van paarden; put waarin de ertsbaggermolen werkt

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Paddock

omheinde plaats voor paarden, bij de wedrennen; ook afgesloten plaats voor merries en veulens.

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

paddock

paddock, kleine omheinde weide.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Paddock

(Eng.) o. en m. (-s), (sport) omheind stuk grasland, tegelijk bestemd voor weiland en voor oefenplaats van paarden: in ’t paddock merkten wij heden vele vreemdelingen.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

paddock

(paed dek) (Eng.) m. omheinde plaats, inz. voor merries en haar veulens; op wedstrijden: plaats, waar de deelnemers zich bevinden.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

paddock

o. -s (Eng. omheinde plaats inz. voor merries en veulens; wedstrijden: grasveld, waar de deelnemers v. d. wedstrijd zich voor het begin en na de afloop bevinden).