Wat is de betekenis van Packen, packen?

2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Packen, packen

1. Packen: pak. 2. packen: pakken, grijpen; inpakken; sich packen, er van door gaan; packe dich, scheer je weg.