Wat is de betekenis van paasmaandag?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

paasmaandag

tweede paasdag. tweede dag van het paasfeest, die altijd op een maandag valt; tweede paasdag. Voorbeelden: Op vrijdag 2, zaterdag 3 en paasmaandag 5 april 2010 viert men de 5de verjaardag van Het Schlagerfestival. De shows van vrijdag 2 april en zaterdag 3 april zijn volledig uitverkocht! Voor de show van paasmaandag 5 april vliegen...

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

Paasmaandag

eerste Maandag na Goeie Vrydag.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Paasmaandag

s., Peaskemoandei.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Paasmaandag

m., de tweede dag van het Paasfeest.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Paasmaandag

m. -dagen (2de Paasdag).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Paasmaandag

(pa:s'ma:ndach) m. (-en) maandag na Pasen.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

paasmaandag

m., de tweede dag van het paasfeest.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)