Wat is de betekenis van Overwippen?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overwippen

(wipte over, heeft en is overgewipt), 1. over (iets) heen springen; 2. voor een kort bezoek ergens aanlopen: kom van avond eens overwippen.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overwippen

wipte over, h., i. overgewipt (1 over iets heen springen; 2 bij buren, kennissen even inlopen, hen even bezoeken): 1 een sloot overwippen 2 hij komt alle avonden even overwippen.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overwippen

('o:vər) (wipte over, overgewipt) 1. (heeft en is) eroverheen wippen : een sloot -. 2. (is) eventjes aankomen : kom vanavond eens -.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overwippen

Overwippen - (wipte over, heeft en is overgewipt), over (iets) heen springen; bij zijn overburen aanloopen : kom van avond eens overwippen.

2024-04-30
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)