Overwippen
(wipte over, heeft en is overgewipt), 1. over (iets) heen springen; 2. voor een kort bezoek ergens aanlopen: kom van avond eens overwippen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(wipte over, heeft en is overgewipt), 1. over (iets) heen springen; 2. voor een kort bezoek ergens aanlopen: kom van avond eens overwippen.
M. J. Koenen's (1937)
wipte over, h., i. overgewipt (1 over iets heen springen; 2 bij buren, kennissen even inlopen, hen even bezoeken): 1 een sloot overwippen 2 hij komt alle avonden even overwippen.
Jozef Verschueren (1930)
('o:vər) (wipte over, overgewipt) 1. (heeft en is) eroverheen wippen : een sloot -. 2. (is) eventjes aankomen : kom vanavond eens -.
J.H. van Dale (1898)
Overwippen - (wipte over, heeft en is overgewipt), over (iets) heen springen; bij zijn overburen aanloopen : kom van avond eens overwippen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: