overwinning
overwinning - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-win-ning 1. keer dat je sterker blijkt dan iemand anders ♢ het elftal heeft een overwinning behaald Zelfstandig naamwoord: o-ver-win-ning de overwinning ...
Muiswerk Educatief (2017)
overwinning - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-win-ning 1. keer dat je sterker blijkt dan iemand anders ♢ het elftal heeft een overwinning behaald Zelfstandig naamwoord: o-ver-win-ning de overwinning ...
Getty Research Institute (1990)
overwinning - Gevallen of gebeurtenissen waarbij vijanden of tegenstanders worden overwonnen in de strijd, meestal door gebruik van wapengeweld.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), het overwinnen: de overwinning behalen ; — keer of gelegenheid dat men overwint : een beslissende overwinning; — (oneig.) groot succes.
M. J. Koenen's (1937)
v. -en (het overwinnen; triomf, zegepraal): de overwinning behalen op, zege; het heeft mij een overwinning (op me zelf) gekost.
Jozef Verschueren (1930)
(ovər'winning) v. (-en) het overwinnen: de behalen. Syn. triomf, zege, zegepraal. Tgst. nederlaag.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. zegepraal, triomf: de overwinning behalen; keer of gelegenheid dat men overwint: een beslissende overwinning; (oneig.) groot succes.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: