Wat is de betekenis van overvaren?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

overvaren

Het begrip overvaren heeft 4 verschillende betekenissen: 1) over iets heen varen. over iets heen varen of tegen iets aan varen, zodat dit beschadigd wordt en zinkt. 2) boven iets varen. varen boven iets dat zich onder water bevindt; over iets heen varen. 3) naar de overkant varen. naar de overkant varen. 4) over iets heen...

2024-04-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

overvaren

overvaren - De actie of het proces waarbij iets of iemand over water, meestal een klein wateroplosbaar, wordt getransporteerd.

2024-04-28
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

overvaren

overvaren - coïre (van de man) (vgl. schuit, mast, middelboord. e.d. als erotische term). K. Elsje hoe: Als ic dit nu dus doe soo moet ic me eensjes overvaren. E. Gerritje ic zweer u zoo gy myn eer hier weet te bewaren, Wy sullen 't samen eens claren, v. D. MUYR, Ketelb. 18 [1644].

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overvaren

v., oerfarre

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overvaren

I. (voer over, heeft en is overgevaren), 1. (onoverg.) naar de overzijde varen; 2. (overg.) met een vaartuig overzetten: iem. overvaren; — II. (overvoer, heeft overvaren), ondersteboven varen: het bootje werd door de stoomboot overvaren.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overvaren

voer over, h. (1, 2), i. (2) overgevaren (1 overzetten per boot; 2 naar de overzijde varen): 1 iem. de Maas overvaren-; lieve schipper, vaar mij over; 2 in twee uur overvaren. oververhitten oververhitte, h. oververhit (boven het gewone verhitten): oververhitte stoom, met een hogere temperatuur, dan met zijn spanning overeenkomt.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overvaren

('o:vər) (voer over, overgevaren) 1. (heeft) met een vaartuig overzetten : iemand -. 2. (heeft en is) eroverheen varen : hij is de zee overgevaren.

2024-04-28
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Overvaren

Werkwoord: overvaren, overzeilen, oversteken, stroomopwaarts varen, opvaren, opzeilen, opslepen, stroomafwaarts varen, afvlotten, afkomen, aanzakken. heen en weer varen, rondvaren, ventjagen, parlevinken, kaaidraaien, kadraaien. Naamwoord: overvaart, opvaart, traject (trajekt), passage, passagebiljet, passagegeld, watertol.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overvaren

(voer over, heeft en is overgevaren), 1 (onoverg.) naar de overzijde varen; 2. (overg.) me een vaartuig overzetten.