Wat is de betekenis van Oversteken?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oversteken

oversteken - onregelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-ste-ken 1. van de ene kant naar de andere gaan ♢ we zijn de rivier overgestoken Onregelmatig werkwoord: o-ver-ste-ken ik steek over (... ik oversteek)...

2024-04-29
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

oversteken

De andere hand aan slag brengen.

2024-04-29
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

oversteken

oversteken: van de ene naar de andere groep rijden.

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

oversteken

→ oversteek, de - maken

2024-04-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

oversteken

(stak over, heeft overgestoken), (ook:) laten oversteken, overzetten. Bij het kleine steigertje ontmoet hij Mohammed, die net een late passagier heeft overgestoken naar Leonsberg (Ferrier 1968: 33).

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oversteken

v., oerstekke; (uitsteken), oerstykje; (van dak), útspringe; -d gedeelte (van dak), útsprong, oerstek.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oversteken

I. (stak over, is en heeft overgestoken),. 1. (onoverg.) zekere ruimte overgaan om van de ene plaats naar de andere te komen: naar Engeland oversteken ; de rivier oversteken; 2. van de ene zijde naar de andere gaan: het oversteken naar de andere kant der straat; — in ’t bijz. abs. in deze zin: je moet voorzichtig zijn...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oversteken

stak over, h., i. overgestoken (naar de overzijde gaan): met een bootje de rivier oversteken, overvaren; ’t Kanaal oversteken; zegsw. gelijk oversteken, bij het ruilen elkaar de voorwerpen overreiken; ik zou niet met hem willen oversteken, in zijn plaats willen zijn.