Wat is de betekenis van overheersing?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overheersing

overheersing - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-heer-sing 1. het sterkst zijn, de meeste invloed hebben ♢ aan de overheersing door de Duitsers kwam in 1945 een eind Zelfstandig naamwoord: o-ver-heer-sing de ove...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overheersing

s., oerhearskjng.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overheersing

v. (-en), 1. het overheersen van een land of volk; onderdrukking: het land zuchtte onder vreemde overheersing; 2. het heersen, de baas spelen over een persoon of zaak; 3. het hebben van de overhand; overvleugeling: de eenzijdige overheersing van een bepaalde richting.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overheersing

v. (-en), 1. het overheersen of overheerst-worden van een land of volk; onderdrukking: het land zuchtte onder de vreemde overheersing; 2. overvleugeling: de overheersing van een bepaalde richting.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)