over iets gaan
(1943) (inf.) zich bezighouden met; behandelen; bespreken: ‘de minister van financiën gaat over geld’. ‘Gaan over iemand’ is: zorg dragen voor iemand; verantwoordelijkheid hebben over iemand: ‘de dokter gaat over de patiënt’ • ‘Dus er is niemand die over het werk gaat,’ bromt J...