Wat is de betekenis van oud, (bijv. naamw.)?

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oud, (bijv. naamw.)

o., (coll.) oud, (bijv. naamw.) en jong, de bejaarde en de jeugdige mensen; het oude jaar: oud, (bijv. naamw.) en nieuw vieren, houden, oudejaarsavond vieren.