Wat is de betekenis van oriëntatie?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oriëntatie

oriëntatie - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ri-en-taat-sie 1. het bepalen op welke plaats je bent ♢ mijn oriëntatie was niet zo goed: ik liep de verkeerde kant op Zelfstandig naamwoord: o-ri-en-taat-sie de oriënt...

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Oriëntatie

[Fr. orientation] het oriënteren of georiënteerd zijn.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Oriëntatie

plaatsbepaling; gerichtheid; voorlichting

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

oriëntatie

oriëntatie - De relatieve positie van iets, meestal ten opzichte van een relatieve richting.

2024-04-29
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Oriëntatie

het zich wenden naar het Oosten bij het gebed, bijzonder het bouwen van een kerk met haar lengte-as in westoostelijke richting, zoodat de ingang zich in het Westen, ’t hoofdaltaar zich in ’t Oosten bevindt. Zie ook Heilige Linie.

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ORIËNTATIE

Richting naar het oosten. Kerken van middeleeuwse oorsprong zijn in Frl. georiënteerd volgens de ‘heilige linie’, zij hebben het koor (Fr.: de koer, koets, koetsein; ook: bollestâl) aan de oostkant. De 0. komen we in alle heidense godsdiensten tegen. Wrsch. richtte men zich naar de opkomende zon. Het O.T. kent de 0. ook. In...

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Oriëntatie

plaatsbepaling

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oriëntatie

(<Fr.), v., 1. het zich oriënteren; 2. (R.-K.) het bouwen van een kerk met haar lengteas gekeerd naar het Oosten.