Oriëntaal
[Lat. orientalis] I zn bep. soort katoen; II bn oosters.
Jacon Kramers Jz (1948)
Oosters, morgenlands; orientale regio, dier geographisch gebied, omvattend Voor-lndië, Ceylon Achter-lndie, Maleise Archipel, Phillppijnen en Z. China
Jozef Verschueren (1930)
(oriën'ta:’l) 1. bn. (...tale) oosters. 2. o. katoenen zijde uit het oosten afkomstig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: