Wat is de betekenis van organisator?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

organisator

Het begrip organisator heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die organiseert. iemand die het initiatief neemt voor een nieuw samenwerkingsverband, een activiteit of gebeurtenis, en de realisatie daarvan door coördineren en regelen tot stand brengt; iemand die organiseert. 2) iemand met organisatietalent. iemand die talen...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

organisator

organisator - zelfstandig naamwoord uitspraak: or-ga-ni-sa-tor 1. iemand die iets organiseert ♢ meneer Helmink is de organisator van het feest Zelfstandig naamwoord: or-ga-ni-sa-tor de organisator ...

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Organisator

regelaar; iemand die goed kan organiseren

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Organisator

iemand die organiseert of weet te organiseren

2024-04-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Organisator

inductor, een factor (een stukje weefsel, een chemische stof, hormoon of wat ook), welke in de embryonale ontwikkeling een groei- en differentiatiebepalende invloed uitoefent; een begrip uit de experimentele embryologie.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Organisator

m. (-s, -en), die organiseert; — iem. die organisatietalent heeft.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

organisator

m. inrichter, persoon die bedreven is in het organiseren.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

organisator

m. (Ned.) -s, organisato'ren; (Lat. regelaar: hij, die ordent, regelt; iem., die bedreven is in het organiseren).