oranjeboom
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
J. van Donselaar (1936)
(de, -bomen), syn. van oranje (1). De bloesems van de oranjebomen geuren heerlijk (J&L 1920a 34). - Etym.: Volgens Van Dale is AN o. de naam voor meerdere Citrussoorten, i.h.b. echter voor deze of voor Citrus communis, die in Ned. in kassen gekweekt wordt. Oudste vindpl. voor Sur. plak. van 1711 (S&dS 281).
M. J. Koenen's (1937)
m. oranjebomen (in het alg. alle bomen van de familie der oranjes, in tropische, subtropische streken, in het Middellandse-zeegebied; inz. de gewone oranje met goudgele vruchten): de sinaasappel-, de citroen-, de pomeransboom zijn soorten van de oranjeboom of Lat. citrus.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Citrus aurantium amara), boompje van het geslacht → Citrus, waartoe ook sinaasappel en citroen behooren. De bloemen (oranjebloesems) zijn geurig; de vrucht is bitter, de schil ervan wordt gebruikt voor marmelades e.d.; wordt in kuip gehouden voor tuinversiering. Overwintert in de kas (oranjerie).
Jozef Verschueren (1930)
(o'ranjə) m. (...bomen) altijd groene boom in de kustlanden van de Middellandse Zee, met welriekende witte bloemen en ronde, gele, sappige vruchten (Citrus aurantium).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Oranjeboom - volksnaam voor hier als kuipplant gekweekte Citrus. In 1600—1850 werd de O. zeer gewaardeerd. Iedere groote buitenplaats had zijn verzameling. Sedert het reizen naar Z.-Europa minder bezwaarlijk werd en men daar O. in grootere afmetingen, zelfs als boomgaardboom kon waarnemen, nam de teelt hier af.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-bomen), 1. Citrus, geslacht van kleine, altijdgroene bomen of struiken dat behoort tot de wijnruitfamilie (Rutaceae); 2. m.n. de gewone oranjeboom (Citrus aurantium) met bolronde goudgele vruchten met een doorsnede van 7–8 cm, een bittere schil en zuur vruchtvlees, soms als kasplant gekweekt.
J.H. van Dale (1898)
Oranjeboom - m. (-en), een boom (citrus aurantium), die in het zuiden rondom de Middellandsche Zee en op de Azoren in menigte gekweekt wordt, met altijdgroene bladeren, gevleugelde bladstelen, witte welriekende bloemen en aangenaam smakende vruchten; de Appelsinaboom (C. A. Chinensis), de Pomeransenboom (C. A. vulgaris) en de Pompelmoesboom (C. A....
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: