opwaarts
opwaarts - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-waarts 1. naar boven gericht ♢ ik volgde zijn opwaartse blik 1. opwaartse krachten [krachten die ervoor zorgen dat iets naar boven geduwd wordt]...
Muiswerk Educatief (2017)
opwaarts - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-waarts 1. naar boven gericht ♢ ik volgde zijn opwaartse blik 1. opwaartse krachten [krachten die ervoor zorgen dat iets naar boven geduwd wordt]...
J. van Donselaar (1936)
bw., in stroomopwaartse richting. De politiecommandant ( ) was ten lange leste met de dienstbuitenboord [zie buitenboord] opwaarts gegaan om te zien of de boot misschien ergens met panne was blijven steken (B. Ooft 1969: 30).- Etym.: In AN in deze bet. veroud. -Zie ook: boven (1) en samenst., beneden en samenst.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bw., 1. omhoog, naar boven ; (in ’t bijz.) hemelwaarts : de ogen opwaarts slaan; 2. tegen de hoogte op, bergop; II. bn., naar boven gericht.
M. J. Koenen's (1937)
bw. bn. (omhoog, naar boven): dit pad loopt al opwaarts; zij sloeg de ogen opwaarts; een opwaartse heffing der armen; opwaartse druk.
Jozef Verschueren (1930)
('op) 1. bw. omhoog, naar boven: stijgen; de ogen slaan. 2. bn. naar boven gericht: een -e beweging; de -e druk door een vloeistof op een ondergedompeld lichaam uitgeoefend.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. omhoog, naar boven; m.n. hemelwaarts: de ogen opwaarts slaan; 2. tegen de hoogte op, bergop; een opwaartse beweging.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: