Wat is de betekenis van opwaarts?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opwaarts

opwaarts - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-waarts 1. naar boven gericht ♢ ik volgde zijn opwaartse blik 1. opwaartse krachten [krachten die ervoor zorgen dat iets naar boven geduwd wordt]...

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

opwaarts

bw., in stroomopwaartse richting. De politiecommandant ( ) was ten lange leste met de dienstbuitenboord [zie buitenboord] opwaarts gegaan om te zien of de boot misschien ergens met panne was blijven steken (B. Ooft 1969: 30).- Etym.: In AN in deze bet. veroud. -Zie ook: boven (1) en samenst., beneden en samenst.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

opwaarts

na bo, boontoe.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opwaarts

adv., omheech, omhegen(s), yn 'e hichte; — hellen, opdrage; — hellend, opdrachtich.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opwaarts

I. bw., 1. omhoog, naar boven ; (in ’t bijz.) hemelwaarts : de ogen opwaarts slaan; 2. tegen de hoogte op, bergop; II. bn., naar boven gericht.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opwaarts

bw. bn. (omhoog, naar boven): dit pad loopt al opwaarts; zij sloeg de ogen opwaarts; een opwaartse heffing der armen; opwaartse druk.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opwaarts

('op) 1. bw. omhoog, naar boven: stijgen; de ogen slaan. 2. bn. naar boven gericht: een -e beweging; de -e druk door een vloeistof op een ondergedompeld lichaam uitgeoefend.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opwaarts

bn. en bw., 1. omhoog, naar boven; m.n. hemelwaarts: de ogen opwaarts slaan; 2. tegen de hoogte op, bergop; een opwaartse beweging.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)