Wat is de betekenis van Opvissen?

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opvissen

v., opfiskje.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opvissen

(viste op, heeft opgevist), 1. vissende uit het water halen: drie dagen later werd zijn lijk opgevist; 2. (fig.) te voorschijn brengen, opdiepen: een kwartje uit zijn vestzak opvissen ; zij hebben hem weten op te vissen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opvissen

viste op, h. opgevist (1 door vissen naar boven brengen; 2 opdiepen; uitvorsen; opsporen, vinden): 1. een hoed opvissen; een opgeviste drenkeling, uit het water opgehaald; 2. nieuwtjes opvissen; iets ergens opvissen; ik heb hem in de hele stad niet kunnen opvissen.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opvissen

(viste op, heeft opgevist), 1. vissend uit het water halen: er werd een oude fiets uit de gracht opgevist; 2. (fig.) te voorschijn brengen, opdiepen: een kwartje uit zijn vestzak opvissen.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten