Oppeuzelen
v., opplúzje, -haffelje, -heuvelje, -himmelje, -smûzje, biplúzje, -grúzje, -himmelje.
M. J. Koenen's (1937)
peuzelde op, h. opgepeuzeld (al peuzelend opeten; op zijn gemak, met smaak opeten, verorberen): een kippetje oppeuzelen.
I.M. Calisch (1864)
Oppeuzelen, bw. gel. opeten. *...PIKKEN, bw. gel. pikkende opnemen, met den snavel opnemen en eten; met den snavel openen; (fig.) opeten. *...PLAKKEN, bw. gel. vastplakken (een voorwerp op een ander). *...PLAKKING, v. *...PLANTEN, bw. gel. op eene hoogte -, hooger planten. *...PLOEGEN, bw. gel. door ploegen in de hoogte brengen; omploegen, met...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: