Oplettendheid
v., 1. aandacht, opmerkzaamheid: de president hoorde hem met de meeste oplettendheid aan; 2. (...heden) blijk of daad van opmerkzaamheid, voorkomendheid : hij bewees haar veel oplettendheden.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. aandacht, opmerkzaamheid: de president hoorde hem met de meeste oplettendheid aan; 2. (...heden) blijk of daad van opmerkzaamheid, voorkomendheid : hij bewees haar veel oplettendheden.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v., in bet. 2 oplettendheden (1 aandacht, het oplettend zijn; 2 kleine beleefdheid, attentie): 1. een proef met oplettendheid volgen; 2. iem. allerlei oplettendheden bewijzen.
Jozef Verschueren (1930)
('lettəntheit) v. (...heden) Eig. 1. het oplettend zijn: dat vereist een bestendige -. Syn. ➝ aandacht. 2. Metn. daad, blijk van beleefdheid, voorkomendheid: kleine ...heden hebben, bewijzen.
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: