Wat is de betekenis van opkuisen?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

opkuisen

(19e eeuw) (Vlaanderen, sch.) opeten. • Opkuis(ch)en, Fig. Opeten, zonder dat er iets overblijft. Den hond héét alles schoon opgekuis(ch)t. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900)

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

opkuisen

schoonmaken, opruimen ‘Godver godverdomme!' riep Paganini, 'geef op straat over, klootzak! Dat is maar twee meter verder! Twéé stomme meters!' Hij opende de deur en duwde Serge naar buiten. De jongen smakte al kotsend op het asfalt. Een toeterende auto wist hem net te ontwijken. Paganini riep: 'En ga erge...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

opkuisen

(kuiste op, opgekuist) schoonmaken. De taken die ze uitvoeren gaan van het plaatsen van publiciteitsborden tot het opkuisen van de straten na de bloemenstoet. - HN, 01-08-2002.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

opkuisen

I. M. betr. t. zaken, inz. m. betr. t. huizen, kamers, de vloer enz.: schoonmaken, een (schoonmaak) beurt geven; soms bep.: in orde brengen, opknappen; (iets dat gemorst is) opnemen, opdweilen. Hoe is het Gods mogelijk dat zich ooit een mondig wezen inlaten zou met een rommelige mansarde, die sinds de laatste Paasweek niet meer is opgekuist? TEIRLI...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opkuisen

(kuiste op, heeft opgekuist), (Zuidn.) 1. schoonmaken; 2. (flg.) opeten.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opkuisen

('op) (kuiste op, heeft opgekuist) schoonmaken.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)