Wat is de betekenis van opkoper?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

opkoper

Het begrip opkoper heeft 2 verschillende betekenissen: 1) tussenhandelaar. iemand die of man die voor zijn beroep de oogst, de teelt, het vee of de vervaardigde producten van individuele producenten koopt en vervolgens doorverkoopt aan grote afnemers zoals exporteurs, groothandelaars of verwerkende bedrijven; tussenhandelaar. Bij uitbreid...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opkoper

s., opkeaper.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opkoper

m. (-s), man die opkoopt; — (in ’t bijz.) kleine koopman in oud roest, oude kleren enz.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opkoper

m. (-s), man die opkoopt; handelaar in de verzamelende handel, o.a. in de agrarische sector, maar ook een kleinhandelaar in oud roest, oude kleren enz.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)