Wat is de betekenis van Ophogen?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ophogen

ophogen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-ho-gen 1. hoger maken ♢ in verband met de veiligheid is de dijk opgehoogd Regelmatig werkwoord: op-ho-gen ik hoog op (... ik ophoog) j...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ophogen

v., oan-, opheegje, ophichtsje.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ophogen

(hoogde op, heeft opgehoogd); 1. hoger maken, verhogen, inz. door het storten van aarde, bagger, puin enz.: een land, wegen, dijken, perken ophogen; — een ton haring ophogen, aanvullen; 2. (oneig.) kleuren of tinten verlevendigen, door het aanbrengen van licht sterker doen opkomen : een schilderij, een tekening ophogen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ophogen

hoogde op, h. opgehoogd (hoger maken): een terrein ophogen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ophogen

('op) (hoogde op, heeft opgehoogd) hoger maken: een dijk -; een opgehoogde lijn.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ophogen

(hoogde op, heeft opgehoogd), hoger maken; een land, wegen, dijken, perken ophogen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)