ophiuchus
ophiúchus (-a, -um), - Lat. transcr. van Gr. ophiochos (van ophis, slang; echein, bevatten), slangen bevattend, slangen dragend. - Bij Amōmum - Ridl. [H. N. Ridley] zinspeelt de soortnaam op de verwelkte bloemen, welke, slangachtig gekronkeld, uit de bloeiwijze omlaag hangen.