Wat is de betekenis van Opensteken?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opensteken

(stak open, heeft opengestoken), 1. door steken met een scherp of puntig voorwerp openen: een zweer opensteken; — een slot (bij uitbr. ook een deur) opensteken, de schoot van het slot terugschuiven; 2. (Zuidn.) opendoen, openstoten (zonder geweld): de keukendeur werd juist opengestoken.

2025-07-15
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

opensteken

deuren of ramen opendoen, openduwen.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opensteken

v., iepen-, opstekke.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opensteken

(stak open, heeft opengestoken), een slot forceren.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opensteken

Opensteken (stak open, heeft opengestoken), door steken openen: eene zweer opensteken; een slot opensteken; — eene deur opensteken, het slot er van gewelddadig openen.