Wat is de betekenis van opdringerig?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opdringerig

opdringerig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-drin-ge-rig 1. het zich aan anderen opdringen ♢ dat opdringerige gedrag van hem is ergerlijk Bijvoeglijk naamwoord: op-drin-ge-rig ... is opdringeriger dan ......

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opdringerig

bn. bw., neiging hebbende om zich aan anderen op te dringen: het staat zo opdringerig.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opdringerig

bn., bw. (neiging hebbende om zich aan anderen op te dringen); het staat zo opdringerig.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opdringerig

('obdringərəch) bn. en bw. geneigd om zich aan anderen op te dringen: een geleider; het staat zo -, als ik morgen weer naar hem toega.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opdringerig

bn. en bw., neiging hebbend om zich aan anderen op te dringen: het staat zo opdringerig.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten