Wat is de betekenis van Opdiepen?

2024-04-29
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Opdiepen

Opzoeken. Een bewindspersoon moet soms na een vraag uit de Kamer eerst gegevens uit de door de ambtenaren opgestelde dossiers opdiepen alvorens die vraag te kunnen beantwoorden.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opdiepen

v., opdjipje, -djippe.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opdiepen

(diepte op, heeft opgediept), 1. dieper maken, uitdiepen: die sloot moet eens opgediept worden; 2. (drukk.) een versleten plaat bij werken door de gesneden lijnen dieper te maken, retoucheren; 3. (schild.) de schaduwen of het perspectief dieper maken; 4. uit de diepte naar boven brengen: een gevallen steek opdiepen, hem weer op de br...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opdiepen

diepte op, h. opgediept (1 uit de diepte ophalen, uitdiepen; 2 met moeite vinden): 1. geld uit een grote zak opdiepen; een sloot opdiepen, slatten; 2. waar heb je dat boek opgediept? gevonden, in je bezit gekregen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opdiepen

('ob) (diepte op, heeft opgediept) 1. uit de diepte ophalen: een schat uit de zee -. 2. dieper maken, uitdiepen : een sloot -. Syn. slatten. 3. met moeite vinden : waar heb je dat boek opgediept? 4. met moeite te weten komen : iets uit de boeken -. 5. met moeite zich verschaffen : hij heeft nog 100 fr. weten op te diepen ; ik kan die onkost...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opdiepen

(diepte op, heeft opgediept), 1. dieper maken, uitdiepen: die sloot moet eens opgediept worden; 2. (schilderkunst) de schaduwen of het perspectief dieper maken; 3. uit de diepte naar boven brengen; uit een zak te voorschijn brengen: ik ben al bezig mijn portemonnaie op te diepen; een gevallen steek opdiepen, hem weer op de breinaald brengen; 4. m...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opdiepen

Opdiepen (diepte op, heeft opgediept), dieper maken, uitdiepen: die sloot moet eens opgediept worden; — (plaatdr.) op eene versleten plaat opnieuw graveeren, retoucheeren; — (schild.) dieper schaduwen; uit het diep ophalen; — een gevallen steek weder op de breinaald brengen; — (fig.) iets opdiepen, met moeite vinden; waar...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)